Gisteren heb ik nog maar eens een halve dag in de zoo van Antwerpen vertoeft (’s namiddags liep ik wel door Antwerpen maar niet meer door de zoo). Ik was er reeds van 9 uur en had onverwacht een gids: een medebezoeker die er al kwam sinds 1948. De man bleek een wandelende encyclopedie te zijn die de zoo bleek te kennen als geen ander. Zo toonde hij me enkele hoekjes en kantjes van de Zoo waar ik aan was voorbij gelopen, toonde hij waar er nog te zien was waar men de oorlogsschade had proberen weg te werken en wist hij zelfs dat de zoo een diersoort rijker was: de Bruijnpademelon. Twee kleine kangeroes die voorlopig te vinden zijn in de Egyptische tempel dus bij de olifanten en de giraffen. Helaas waren die wat moeilijk te fotograferen. Elk bezoek aan de zoo zie ik toch weer iets anders.